Michel van Leeuwen over de werkveldconferentie Ambtshalve Toetsing
AMBTSHALVE TOETSING IN CONSUMENTENZAKEN
‘Het gaat hier over de ambtshalve toetsing door rechters in consumentenzaken’, zo vervolgt Michel. Wanneer er voor een openstaande vordering in een consumentenzaak wordt geprocedeerd, beoordeelt de rechter, ook zonder dat de gedaagde hier zelf om vraagt, of de overeenkomst wel op een juiste manier tot stand is gekomen en of de consequenties duidelijk zijn. ‘De rechter kijkt dan of aan alle in de wet opgenomen bepalingen voor consumentenbescherming is voldaan. Is het bijvoorbeeld voor de gedaagde voldoende duidelijk dat door het plaatsen van een bestelling bij een webwinkel ook een verplichting tot betaling is ontstaan?’ En dat dit geen fictief voorbeeld is blijkt uit meerdere uitspraken van de rechtbank Amsterdam waarin overeenkomsten werden ontbonden omdat bij het plaatsen van een bestelling bij een webwinkel niet ondubbelzinnig bleek dat er ook betaald moest worden. De gedaagde partijen hoefden de openstaande vorderingen niet te betalen.
De ambtshalve toetsing volgt uit een uitspraak van het Hof van Justitie van de EU uit 2010. Michel van Leeuwen: ‘na een adviesrapport van de werkgroep Ambtshalve Toetsing van het LOVCK in 2018 zijn rechtbanken aanvullende eisen gaan stellen aan de inhoud van dagvaardingen en aan de stukken die overgelegd moeten worden voor de onderbouwing van de vordering.’ In een overgangsperiode werd er door de rechtbanken gewerkt met modelformulieren, nu moeten alle stellingen in de dagvaarding en in de bijgevoegde stukken zijn opgenomen. ‘En dat is soms een hele klus’, zo vervolgt Michel. ‘Niet alleen omdat de onderbouwing heel uitgebreid moet zijn maar ook omdat de verschillende rechtbanken verschillende eisen stellen aan de inhoud van de dagvaardingen.’ En Michel ziet nog een ander, wat hem betreft ongewenst, effect: ‘Dagvaardingen waren al lastig leesbaar maar zijn nu soms onleesbaar geworden. We overhandigen dagvaardingen van enkele honderden pagina’s dik aan gedaagden, die voor 98% bestaan uit overeenkomsten, voorwaarden, rekeningoverzichten, betalingsbewijzen, screenprints en verwijzingen naar jurisprudentie. Zie daar als consument maar eens wijs uit te worden!’
WAT ZIET FLANDERIJN IN DE PRAKTIJK?
In de praktijk ziet Michel dat schuldeisers er voor kiezen om zaken maar niet aan de rechter voor te leggen. Vaak heeft dit dan niet te maken met het niet kunnen voldoen aan de eisen op het gebied van consumentenbescherming maar met al het uitzoekwerk dat gepaard gaat met de voorbereiding van een gerechtelijke procedure. ‘In de voorbereiding van de werkveldconferentie hebben we hier binnen Flanderijn onderzoek naar gedaan. Het hangt af van het type vordering maar gemiddeld is er tussen de 20 minuten en 2 uur aan extra werkzaamheden gemoeid met het voorbereiden van een gerechtelijke procedure. En dan hebben we het nog niet over de advieskosten, aangepaste werkhandleidingen en bestudering van jurisprudentie. Dit komt de toegang tot het recht niet ten goede.’
Tijdens de werkveldconferentie op 31 januari a.s. worden de resultaten besproken van een door Flynth en de Rijks Universiteit Groningen uitgevoerd onderzoek naar de extra administratieve lastendruk als gevolg van ambtshalve toetsing. Ook gaan deskundigen met elkaar en het werkveld (waaronder schuldeisers, rechters, ambtenaren, brancheorganisaties, juristen en gerechtsdeurwaarders) in gesprek over waarborgen voor consumentenbescherming, de internationale toepassing en mogelijke alternatieven. ‘Ik hoop echt dat deze conferentie zorgt voor meer begrip bij alle betrokken partijen en een aanzet geeft voor een effectievere manier van toetsen’, zo besluit Michel van Leeuwen.
Meer informatie over de werkveldconferentie ambtshalve toetsing vindt u op www.doeltreffendtoetsen.nl. Volg ons ook op Twitter en LinkedIn om op de hoogte te blijven van het laatste nieuws rondom Doeltreffend Toetsen.